Bel mij terug



    Hart Uitvaart

    Blog & Laatste nieuws

    Soms is het net een dorp …

    Het is zomer 2020. Terwijl Nederland een zucht van verlichting slaakt omdat de eerste Coronagolf is gaan liggen, gaat bij mij de telefoon. Het is de overbuurvrouw. ,,Niels, wil je vandaag of morgen even langskomen? We moeten praten.” Ik weet genoeg.

    Een paar uur later zit ik in de woonkamer. De voorbije jaren heb ik hier meer dan eens gezeten, dus het is enigszins bekend terrein. Het is niet dat we de deur bij elkaar plat lopen, maar het contact is goed. De keren dat ik er ben, praat ze altijd honderduit. Over het wel en wee van haar kinderen en kleinkinderen, over het huis dat al meer dan een eeuw in de familie is, over hoe het dorp veranderd is en nog veel meer.

    De woonkamer, de familie. Alles is eigenlijk vertrouwd. Maar tegelijkertijd voelt het ook onwennig hier te zijn. Bij het raam staat een ziekenhuisbed. Bij het raam waar altijd licht lijkt te branden. Zelfs in de donkere wintermaanden is de overbuurvrouw meestal al voor dag en dauw op. Een gewoonte van een timmermansdochter, zo noemt ze het. Vermoeid ligt ze op bed. Jarenlang worstelt zij al met haar gezondheid. Dit is het laatste stukje van haar strijd. De strijd die zij grotendeels binnen vier muren gestreden heeft.

    Wat zeg je op zo’n moment? Daar worstel ik nog weleens mee, zelfs nu ik dit werk al dertien jaar doe. Soms is zwijgen beter. Een glimlach of een blik van wederzijds begrip en respect is in dit geval al voldoende, om daarna het woord te menen. Rustig en weloverwogen vertelt ze wat haar wensen zijn voor haar naderende afscheid. ,,Mijn grootste wens is eigenlijk al vervuld… In dit huis overlijden. Ik ben hier geboren, hier getogen. Mijn kinderen zijn hier opgegroeid, mijn ouders hebben hier altijd gewoond. Ik ben zo dankbaar dat ik niet naar een hospice hoef.” Om daarna even kort van onderwerp te wisselen. ,,Wist je trouwens dat jullie vensterbank door mijn vader gemaakt is?”

    Daarna een diepe zucht. ,,Verder wil ik eigenlijk niks,” vertelt ze vermoeid, maar ook krachtig en gedecideerd. ,,Het liefst ga ik volledig in stilte. Zonder toespraken, zonder muziek, zonder kijkdag. Een kort samenzijn in het crematorium met mijn gezin is genoeg. Wel wil ik de dag afsluiten met Chinees. Rouwkaarten hoeven er ook niet verstuurd te worden. De mensen uit het dorp horen het toch wel.”

    Nadat alles genoteerd is, komt het moment om afscheid te nemen. Normaal geef je drie kussen, een knuffel of desnoods een hand, maar wegens de beperkende maatregelen is dat nu geen optie. Het gaat nu dus meer om de woorden die je zegt, dan om wat je doet. Ik kijk haar recht in de ogen. Wederom een blik van begrip en respect. Wat zeg je op zo’n moment? Beterschap? Nee, dat is geen optie meer. Sterkte? Dat is meer iets voor degenen die achterblijven.

    ,,Ik wil u nog wat vertellen, buurvrouw. Mijn grootste wens is dat de laatste fase van uw leven waardig blijft. U heeft de afgelopen jaren meer dan genoeg geleden. Ik heb veel bewondering voor de wijze waarop u deze afgelopen jaren bent doorgekomen. Ik heb u nimmer horen klagen, hoe zwaar de behandelingen ook waren voor u. En ik wil u bedanken dat u altijd zo vroeg wakker was. Dit gaf mij – maar ook de andere buren in de straat – een heel veilig gevoel. Een gevoel dat er altijd iemand een oogje in het zeil hield.”

    Zo nemen we afscheid. Niet veel later word ik ’s nachts gebeld. Het is de zoon van de overbuurvrouw. Ik spring onder de douche, drink snel een kop koffie en ga naar het huis aan de overkant. Het is half 3 in de nacht. De straten zijn volledig leeg. Zelfs de wind lijkt een dutje te doen. Precies zoals mijn overbuurvrouw gehoopt zou hebben, hoor ik mezelf denken. Geen poespas, geen nieuwsgierige blikken. Helemaal in stilte. In het holst van de nacht.

    Hoe het kan, dat weet ik tot de dag van vandaag nog steeds niet. Maar als ik de volgende ochtend bij de overburen langs ga, ligt de eerste condoleancekaart al op de deurmat… Ik kijk de familie vragend aan. Was het iemand opgevallen dat haar lampje niet om vijf uur ’s morgens al brandde? De familie heeft ook geen pasklaar antwoord op het raadsel. ,,Ik heb echt niemand voorbij zien of horen komen, hoor,” merk ik op. ,,Wij ook niet, maar ja. Zo gaat dat hier hè,” zegt de familie met een knipoog. ,,Je woont in een dorp of niet…”

    ervaringen van nabestaanden

    Ik werk zelf in een verzorgingshuis en ken zodoende veel ondernemers. Toen mijn vader overleed, hoefde ik niet lang na te denken over wie ik zou bellen; Niels. Hij is altijd zichzelf; vriendelijk, professioneel en ontzettend begaan met de families die hij begeleidt.

    Angelique

    Niels is helaas al te vaak bij ons geweest. Nog nooit heeft hij ons vertrouwen beschaamd.

    Joanna

    Niels en Willeke vullen elkaar uitstekend aan. Ze zijn niet alleen ontzettend goed in hun werk, maar ook qua uitstraling zijn ze perfect.

    Karel

    Ze voelden feilloos aan wat wij wilden. Ik kan terug kijken op een prachtig afscheid.

    Maaike

    Niels is een fijn mens. Ik merkte meteen dat hij er voor ons was en niet voor zichzelf. Met de kleinste dingetjes dacht hij met ons mee. Zo werd het afscheid van mijn vader nóg persoonlijker en mooier. Ik zou hem van harte aanbevelen.

    Marianne